Met een bus vol studenten en bedrijven vertrok ik dinsdag 21 maart vanuit de Dutch Innovation Factory naar de CeBIT beurs in Hannover. CeBIT is een mondiaal evenement over digitale technologie, dat met meer dan 372.000 m2 vijf keer zo groot is als de RAI. Er zijn startups en innovaties te vinden op het gebied van o.a. VR, drones, IoT en robotica.
De wekker moest op tijd gezet worden voor deze onderneming, om 4:00 uur ’s ochtends om precies te zijn. Toch was de belangstelling voor de trip overweldigend. Het is dan ook een bijzondere beurs die zijn gelijke in Europa niet kent. Samen met meer dan 200.000 andere bezoekers konden we kennis maken met 450 start-ups, luisteren naar 200 sprekers en verdwalen in de 14 hallen vol met zich presenterende bedrijven.
Wie het digitale geweld allemaal even teveel werd, kon terecht in de Münchner Halle, om tijdens het verorberen van een liter bier en een grote schnitzel te luisteren naar Duitse schlagermuziek. Een mogelijkheid ik, uiteraard na een lange beursdag, optimaal benut heb!
Japan en China
Diverse landen lieten zich zien op de beurs maar de hoofdsponsor van de 2017 editie van de CeBIT is Japan. En wie Japan zegt, zegt robots. Die waren er dan ook in grote getale.
De grote Japanse kolossen als Toshiba, NEC en Yamaha waren er. Maar ook uitvinders, startups en gelukszoekers lieten zich met veel enthousiasme zien.
Er waren ook veel Chinese bedrijven aanwezig, met name op het gebied van internet of things en smart home. Opvallend was dat de meeste van die bedrijven veel overlap in het aanbod hadden. Technisch waren ze soms erg vooruitstrevend, maar presentatie en sales waren een stuk minder goed verzorgd. Rijen Chinezen zaten in hun cubicles naar hun telefoon te staren en spraken nauwelijks Engels. Een merkwaardige botsing van culturen.
Een eervolle vermelding aan Chinese kant verdient de stand van Aupallar. Dit bedrijf had een arena opgesteld waarin twee robots de strijd aan konden gaan. De besturing en de puntentelling werden geregeld via een mooie app. Erg gaaf! Helaas is de vechtrobot van Aupallar nog niet te bestellen in Europa.
Wat viel verder op deze CeBIT?
Een dag op CeBIT is goed voor de inspiratie. We zagen trends, ontwikkelingen en rariteiten. Een paar voorbeelden.
Een Hongaars bedrijf had een soort frituurpan uitgevonden waarin je je eigen bier kon brouwen. De “Browie” belooft eenvoudig in het gebruikt te zijn en je zou er een perfect pilsje mee moeten kunnen brouwen. Er was zelfs gedacht aan een online platform waar amateurbrouwers recepten kunnen uitwisselen.
Ik zag een aantal interessante innovaties rondom mode. Een robot die je advies geeft welke kleding bij je past was origineel. Verder was er een spiegel die via Augmented Reality een kledingstuk op je lichaam projecteert. Handig!
De meest bizarre conceptcars op het gebied van elektrisch rijden en autonomie waren te bewonderen. Makers van machines demonstreerden hun 3D-printers. Een complete assemblagelijn met robotarmen produceerde plastic autootjes voor belangstellenden.
Drones waren er natuurlijk ook, in vele soorten en maten. Kleine voor consumenten met camera’s, grote quadcopters met grijparmen voor specialistische taken en zelfs de Bundeswehr was aanwezig met hun militaire verkenningsdrone.
Virtual Reality was ook een groot thema. Een aantal bedrijven had in VR nieuwe toepassingen ontwikkeld. Overtuigende simulaties, zoals skydiven, vliegen en duiken. Een hele bioscoop speciaal voor VR was neergezet. En je kon deelnemen aan een flitsende lasergame die plaatsvond in een virtuele wereld.
Connect to Create
De trip naar CeBIT werd mogelijk gemaakt door de Dutch Innovation Factory, waardoor zowel studenten als bedrijven deel konden nemen. Tijdens de reis zijn nieuwe connecties gelegd tussen studenten en bedrijven.
Studenten die op zoek waren naar een uitdagende stage in het buitenland konden zich laten zien op de internationale banenbeurs van het CeBIT. Of als ze het wat dichter bij huis zochten kennis maken met de bedrijven uit de community van de Innovation Factory die erbij waren, waaronder RosterBuster, Gamebasics en Crosspring Labs.