Op 2 april 2024 werd ik door de leden gekozen tot voorzitter van de Dutch Games Association (DGA), de belangenvereniging voor game-makers in Nederland. Mijn eerste 100 dagen zitten erop. Het waren bewogen eerste maanden.
Mijn verkiezing kwam voor de meesten, inclusief mezelf, een beetje uit de lucht vallen. De vorige voorzitter, Derk de Geus, nam na vier jaar afscheid. Ik kwam op het vizier bij het bestuur omdat ik een gamebedrijf heb geleid en verkocht. Voor sommigen was ik misschien een verrassende keuze.
Buitenstaander
Ik ben een beetje een buitenstaander als het om de game industrie gaat. Ik ben een paar jaar in de luchtvaart actief geweest en mijn voormalige bedrijf Gamebasics was geen typisch gamebedrijf. Gamebasics heeft nooit funding opgehaald, heeft geen publishers nodig en maakt geen games for hire, zoals de traditionele gamebedrijven in Nederland doen.
Dat betekent dat ik veel in moet halen als het gaat om kennis en contacten. Maar ook dat ik geen bezwaren oproep bij de leden, omdat ze mij domweg niet zo goed kennen. Dat ik een boek heb geschreven, helpt mee om dat te veranderen.
Wat ik te bieden heb als voorzitter
Gamebasics (nu Miniclip Nederland) is een belangrijke speler in de Nederlandse game industrie. Omdat ik deze studio heb opgezet, weet ik hoe je een game bedrijf succesvol moet leiden. In mijn huidige functie als GameLab Manager bij de Haagse Hogeschool in de Dutch Innovation Factory, werk ik met studenten om indie games te maken. Ik heb in het verleden met Plaza Challenge een applied game gemaakt en werk veel samen met Game Tailors, waar Bowie Derwort mede-eigenaar van is.
Kortom, ik heb affiniteit met alle peilers van de Dutch Games Association: entertainment, applied, indie, onderzoek en onderwijs.
Het past goed bij mijn situatie om me voor de DGA in te zetten. Na het verkopen van twee bedrijven heb ik de tijd en de ambitie om anderen te helpen succesvol te zijn in de game industrie. En waar kun je dat beter doen dan bij de officiële belangenvereniging?
De Nederlandse game industrie
Omdat ik er redelijk blanco in ben gestapt, moest ik me eerst wegwijs maken in de game industrie. Wat mij is opgevallen, is dat het een hechte community is, met sympathieke en hardwerkende mensen. Games maken is een passie. Dat merk je aan de mensen die het doen.
Het is wel zo dat Nederland op het gebied van games achterloopt op andere landen. Hoewel we sterk zijn in het maken van originele indie titels, en er een hoop talent door het onderwijs wordt klaargestoomd, zijn er niet zoveel succesverhalen als ik zou willen.
De games industrie wereldwijd is enorm groot: groter dan de filmindustrie en de muziekindustrie samen. Maar dat vertaalt zich nog niet door naar Nederland.
Er ligt een belangrijke taak voor de DGA om te proberen daar verandering in te brengen. Hiervoor moet een beter klimaat gecreëerd worden voor investeringen en voor bedrijven die games maken. Vanuit de DGA lobbyen we actief bij de overheid om dit te realiseren. Ik heb er vertrouwen in dat we iets kunnen bereiken, want naast mij is Rami Ismail, een bekendheid in de gamewereld, aangesteld als bestuurslid overheidsrelaties.
Wat ook heel erg helpt: Derk de Geus heeft de DGA gezond en effectief achtergelaten, waardoor de focus kan liggen op deze doelstellingen en niet op interne zaken.
De eerste 100 dagen bij de DGA
In mijn eerste weken als voorzitter, kreeg ik direct te maken met slecht nieuws. Twee gamestudio’s, Paladin Studios en KeokeN Interactive, moesten al hun personeel laten gaan en sloten hun deuren. In het geval van Paladin voorgoed. KeokeN heeft nog een heldhaftige doorstart gemaakt. Maar het is duidelijk dat de game industrie in zwaar weer zit.
Het bood wel de kans de industrie een hart onder de riem te steken. Ik heb met de leden van de DGA een document samengesteld waarin we best practices delen om studio’s weerbaarder te maken.
Niet veel later kwam Epic Games negatief in het nieuws met het spel Fortnite. Ze hadden een boete gekregen van de Autoriteit Consument & Markt. Ik werd gebeld om dezelfde dag nog in het NOS Journaal en het Jeugdjournaal tekst en uitleg te geven namens de game industrie. Mijn kinderen vonden dat wel cool, want ik speelde Fortnite in het Jeugdjournaal.
Rond de zomer was het INDIGO Showcase evenement in Utrecht een groot feest. Dit wordt georganiseerd door de Dutch Game Garden. De DGA is hier nauw bij betrokken. Een ideale kans voor mij om veel mensen te ontmoeten.
Ondertussen zijn we druk met de lobby en bespreken we met het bestuur de lopende zaken.
En net als je denkt dat de komkommertijd is aangebroken, komt Nieuwsuur met een documentaire waarin uit de doeken wordt gedaan hoe een dochterbedrijf van gamemaker My.Games het mogelijk maakt geld naar Russische militairen te sturen voor hun strijd in Oekraïne. Omdat My.Games lid is van de DGA geen situatie die je zomaar aan je voorbij kunt laten gaan. Het is nooit saai bij de DGA.
Mentor netwerk
Komende maanden hoop ik me op meer positieve zaken te kunnen gaan richten. Zo komt GamesCom eraan in Keulen. Dit is de grootste gamebeurs van Europa, waar weer vele deals zullen worden gemaakt en voorbereid.
In het najaar is er de Dutch Game Day. Dit evenement wordt georganiseerd door de DGA. Hier wil ik een nieuw initiatief aankondigen, dat ik met hulp van het bestuur aan het optuigen ben: een mentor netwerk voor gameontwikkelaars en -ondernemers.
Naar het voorbeeld van Limit Break en nlgroeit, zullen we de industrie gaan helpen door mentors en mentees aan elkaar te koppelen. Een project dat energie geeft en waar ik erg enthousiast over ben.