Het Home Computer Museum in Helmond heeft een unieke collectie computers uit de jaren ’70, ’80 en ’90. Een plek die al lang op mijn lijstje stond om te bezoeken, omdat ik mijn carrière ooit op MSX-computers begonnen ben. Sindsdien heb ik een fascinatie voor het 8-bit tijdperk.
Dat het er nog niet van gekomen was, heeft te maken met het feit dat Helmond niet naast de deur voor mij is. Ik had nu echter een rondleiding door eigenaar Bart van den Akker in het vooruitzicht, dus maakte ik met Bowie maar eens de rit zuidwaarts.
Het museum staat tjokvol met computers. De dag dat wij er zijn is het museum officieel dicht, waardoor wij op ons gemak alle uitgestalde waar kunnen bekijken. Het is overigens niet stil, want vrijwilligers lopen af en aan. Deze mensen onderhouden niet alleen het museum, maar doen ook reparaties tegen betaling om zo het museum van inkomsten te voorzien. We krijgen enthousiast tekst en uitleg van Bart, die bij de eerste computer waar we stoppen al zo lang blijft praten, dat we daarna haast moeten maken.
Interactief museum
Net zoals Het Nationaal Videogame Museum in Zoetermeer, zijn in het Home Computer Museum vrijwel alle tentoongestelde apparaten bruikbaar. Wie dat wil kan even gaan zitten achter een Commodore 64 of een ZX Spectrum om een spelletje te spelen of een stukje BASIC te typen.
Het museum heeft echt zo’n beetje alles wat er in de vroege computerjaren is gemaakt, te beginnen met een Altair 8800 computer. Die is gebaseerd op de Intel 8080A processor en wordt gezien als de start van de ontwikkeling van de personal computer.
We zien bekende merken als Tandy, Amstrad, Commodore, Sinclair, Apple, BBC en Atari. Er zijn niet alleen 8-bit machines maar ook PC’s uit de begintijd, 8086’s, 80286’s, 80386’s van Tulip, Compaq en Dell. Het was een genoegen in dit museum rond te lopen en al deze apparaten te zien.
MSX Computers
Natuurlijk is er ook een hoekje met MSX-computers te vinden, al blijkt al snel dat eigenaar Bart niet zo’n fan is van de gefaalde standaard, omdat hij zelf een Commodore achtergrond heeft. “Ze waren populair in Nederland, dus we moeten er wel aandacht aan besteden” zegt hij. “Maar het was achterhaald. De Commodore Amiga was vele malen krachtiger en het is doodzonde dat die computer het niet gered heeft.”
Ik ben het wel met hem eens. Maar ik zou toch een lans willen bereken voor meer MSX-computers in het museum. Wat 8-bit machines voor mij zo leuk maakt, is de diversiteit aan ontwerpen die in de begintijd werden geprobeerd voordat alle computers tot grijze of zwarte kasten werden gedegradeerd.
De MSX-lijn excelleert hierin omdat zoals Bart het omschrijft “alle fabrikanten die geen computers konden maken, dat met MSX gingen doen”. Net zoals auto’s in de jaren ’50 zijn ze net wat kleurrijker en stijlvoller ontworpen.
De Nederlandse computergeschiedenis krijgt dan wel weer wat extra aandacht. Zo zien we wat obscure computers voor de zakelijke markt en ontdekken we in de vitrine het spel Toki Tori van Nederlandse maker Two Tribes.
Het is een uniek museum, waar je uren in rond kunt struinen. Wie in de buurt van Helmond is en affiniteit met dit onderwerp heeft, mag het zeker niet missen.