Afgelopen woensdag had ik samen met mijn collega Frank een klantenbezoek in Sittard. Een aardig eindje rijden, maar dan heb je ook wat. Het zonnetje scheen en na de afspraak spoedden wij ons naar het marktplein om van een hapje en een drankje te genieten. Dit feest ging echter niet door.
Al snel bleek namelijk dat wij geen van beiden beschikten over een geldige betaalpas of contanten. Hierdoor konden we niet betalen. Dit was erg jammer gezien de gezelligheid die van de terrasjes afstraalde. Erger nog was dat ons vervoermiddel, een felrode Volkswagen Golf Station, vrijwel zonder benzine stond.
We moesten dus wel tanken, anders kwamen we niet thuis.
Verwoed zochten we in onze jaszakken en tas naar iets waarmee we zouden kunnen betalen. De buit was mager: een pinpasje zonder pincode en een verlopen credit-card. Toch maar naar de bank gelopen om te kijken of we met rijbewijs en het nog niet geactiveerde pasje nog wat geld zouden kunnen lospeuteren. Vlak voor het bankfiliaal bleek echter ook dat we geen legitimatie bij ons hadden. De bankmedewerkster die ons te woord stond wilde daarom helemaal niets voor ons doen. Onze suggesties als een spoedoverboeking doen of geld overboeken met Pay-Pal werden resoluut van de hand gewezen.
Sterker nog, ze schopten ons bijna letterlijk het gebouw uit. Hulpvaardig waren ze in ieder geval niet.
Het was nu niet echt grappig meer. Met de moed der wanhoop bleven we onze tassen en jassen doorzoeken, in de hoop dat er toch iets uit zou vallen waar een betaling mee verricht zou kunnen worden. De meegenomen spullen (horloge, i-Pod, PSP) werden al in gedachten op waarde geschat. Ik bleek nog een velletje postzegels bij me te hebben. Dat is een wettig betaalmiddel, dus we bedachten dat we dat misschien konden terugverkopen bij een postkantoor. Nog vol goede moed zochten we een postkantoor en confronteerden de baliemedewerkster met ons probleem. Zij wilde echter de zegels niet van ons overnemen, zelfs niet op haar eigen naam. We werden bekeken alsof we bedelaars waren, of halve criminelen. Ook hier stuitten we op onvriendelijkheid, weinig inlevend vermogen en bekrompenheid.
Omdat we toch thuis wilden komen gingen we klanten van het postkantoor maar lastig vallen. Twee oude mannetjes stonden achter ons in de rij. De eerste die we het velletje postzegels wilden verkopen, keerde zich direct af en wilde niets met ons te maken hebben. De tweede bleek minder angstig, al informeerde hij nog wel of het wel “echte postzegels” waren. Hij gaf ons de gevraagde tien euro en beende de zaak uit, ons geen tweede blik waardig gunnend.
Dolgelukkig met de tien euro die we hadden bemachtigd met het verpatsen van de postzegels, tankten we een paar liter benzine bij een benzinestation. Hierop haalden we, godzijdank, precies Zoetermeer, alwaar we eindelijk onszelf weer als goede nette burgers konden presenteren. Wat me het meest bijgebleven is van dit bizarre avontuur, is dat je zonder legitimatie en betaalpas gelijkwaardig bent aan een kansloze; je bent geen volwaardig mens meer en je wordt bekeken als een crimineel, ook al ben je je hele leven een trouwe belastingbetaler en Nederlands staatsburger geweest! Moraal van het verhaal is wel dat ik nooit meer de deur uit ga zonder legitimatie. Waar een dagje stressen, door het stof kruipen en dorst en honger leiden in Sittard al niet goed voor kan zijn.